Samen met Intothecontinuum.

Hoe kunstzinnig is computerkunst? Is een afbeelding, gemaakt door een processor aangestuurd door een aantal voorgedefinieerde functies, net als een schilderij of een muziekstuk ‘kunst’ te noemen? Ongeveer gelijktijdig met de opkomst van de computer in de jaren ‘50 ontstond een (informele) kunstbeweging waarin een grote rol was weggelegd voor het recept dat gebruikt werd om een bepaald kunstwerk te maken. Eén van de eerste voorvechters van deze nieuwe beweging was John Whitney, een uitvinder en animator die als een van de eerste computers in zijn werk gebruikte (zie bijvoorbeeld zijn duizelende bijdrage aan de voortiteling van Alfred Hitchcocks Vertigo). Kunst die voortkomt uit een recept speelt op een wat subtielere wijze een rol in het werk van Sol LeWitt, een schilder en beeldhouder die ongeveer in dezelfde jaren als Whitney actief was. Een aantal van LeWitts muurschilderingen zijn door hem enkel opgeschreven als nauwkeurige instructies. Deze zijn vervolgens door assistenten verwezenlijkt. Dit soort werken lijken een verschuiving te vertonen in waar ‘kunst’ zich precies bevindt. Bij een toeschouwer van een van LeWitts muurschilderingen kan dit enige verontwaardiging tot gevolg hebben, want het is niet meer volledig duidelijk wie de kunstenaar is. Is het degene die het recept voor de kunst heeft opgesteld? Of is het de persoon die direct verantwoordelijk is voor wat we zien? Hiermee wordt ook de definitie van het kunstwerk onduidelijk, de gehele ervaring komt namelijk voort uit een set instructies, maar op het eerste gezicht maken deze instructies absoluut niets bij ons los.

De instructies van LeWitt worden in musea wel eens naast zijn muurschilderingen opgehangen. Ze vertellen ons iets over hoe hij kunst maakte en zijn daarom interessant—bovendien is het vrij gemakkelijk om zijn instructies zelf te vertalen in het resultaat dat we zien op de muur. Dit is volstrekt anders dan de recepten die Whitney gebruikte om computeranimaties te maken; hij deed dat namelijk met een programmeertaal, en voor een oningewijd publiek is daar niet veel van te maken.

Vijftig jaar na Whitney en LeWitt is er een wildgroei aan programma’s en afbeeldingsformaten ontstaan, en hierdoor zijn de vragen die zij via hun werk stelden relevanter geworden. Voornamelijk dankzij het Graphics Interchange Format (het welbekende GIFje) is praktisch iedereen in staat om een animatie in elkaar te zetten die van geen ophouden weet; iets wat gebruikers van memegenerators als 9gag graag op ironische wijze gebruiken. De andere, meer kunstzinnige kant van het GIFje komt hier zelden aan het licht, maar met behulp van rekenpakketen zoals Mathematica is het mogelijk om indrukwekkende patronen tot leven te brengen. Om dergelijke animaties te maken is enige programmeerkennis vereist, en het is dan ook niet opmerkelijk dat dit soort GIF-kunstenaars vaak wis- of natuurkundigen zijn.

Er bestaat een belangrijk verschil tussen het genereren van GIFjes en het creëren van andere, wellicht meer conventionele, vormen van kunst. Waar een componist vrij ongeremd is door de noten die hij kan gebruiken om een gevoel te vertolken, moet een GIF-kunstenaar zich in allerlei vreemde bochten wringen om datzelfde met de functies van zijn programma te bewerkstelligen. Deze functies lijken in geen enkel opzicht op het beeld dat hij in zijn hoofd heeft, en hierdoor wordt het proces abstracter. De kunstenaar moet daardoor meer proefondervindelijk te werk gaan: als de output van de computer niet naar wens is, moet de input aangepast worden. Dit lijkt veel op wetenschap, waar een hypothese (de input) wordt getest en aangepast naar gelang de resultaten (de output) voldoen aan de beeld dat de wetenschapper (de GIF-kunstenaar) in gedachten heeft. Het gehele proces bevat veel meer stappen, en daardoor wordt het nog onduidelijker wie de kunstenaar is. Is het de programmeur? Is het de ontwerper van de software die hij gebruikt? Of is het de computer, met een vergelijkbare rol als de assistenten van LeWitt?

Het proces is vergelijkbaar met dat van een componist die een muziekstuk componeert. Elke stap die de compositie doormaakt staat namelijk gelijk aan kunst. Allereerst is de compositie een opzichzelfstaand kunstwerk, en is daardoor vergelijkbaar met een GIFje. De compositie zou niet kunnen bestaan zonder een componist; deze brengt in zijn werk een bepaald idee of gevoel tot uiting, en daardoor is een componist met recht een kunstenaar te noemen. Componeren komt in de context van het GIFje overeen met het programmeren van een computer om een animatie te maken—al is het een stuk lastiger om programmeren an sich als kunstvorm te zien dan componeren.

Als een compositie is afgerond wordt zij tot uitvoering gebracht door een orkest. Aangezien musici en dirigenten dikwijls geroemd worden voor hun interpretaties van muziekstukken, ligt het voor de hand te concluderen dat zij ook een kunst beoefenen. De uitvoering door het orkest, tenslotte, zou onmogelijk zijn zonder de instrumenten die ze gebruiken. Misschien is niet iedereen het eens over de kunstwaarde van het maken van een muziekinstrument, maar een ambacht is het in ieder geval—en daardoor is het bijvoorbeeld mogelijk om een cello als object mooi te vinden. Computers en programma’s zijn de muziekinstrumenten van de GIF-kunstenaar, en met een beetje kennis van zaken is het mogelijk om waardering op te brengen voor de manier waarop bijvoorbeeld een onderdeel van een programma gemaakt is.

Tijdens het beluisteren van een muziekstuk is de luisteraar zich bewust van alle stappen die daaraan vooraf gingen. Hij weet wat de rol van de componist, het muziekstuk, de musicus, en de instrumentenmaker was, en kan die te waarderen. We kunnen het maken van een GIFje op een vergelijkbare manier beschouwen: het is het resultaat van veel interacties tussen mensen, wiskunde, computers, en programmeertalen. Elk van deze factoren bevat het resultaat van een poging om een bepaalde gedachte te vatten in een volstrekt onnatuurlijk medium. De verstrengeling van de verschillende niveaus tussen het recept van de programmeur en de output van de computer, is wat GIF-animaties tot kunst verheft.